Ik ga een verdieping op mijn gebouw plaatsen. Waar moet ik op letten?

Relevante aspecten

Als u uw gebouw wilt vergroten dan heeft u te maken met een aantal zaken. Ten eerste zult u te allen tijde een omgevingsvergunning voor het bouwen moeten aanvragen. In die aanvraag geeft u aan wat de situatie nu is en hoe uw gebouw er na verbouwing uit komt te zien. U moet daarbij tevens gegevens aanleveren waaruit blijkt hoe de verbouwing uitgevoerd gaat worden. Het bevoegd gezag – meestal de gemeente – toetst uw plannen vervolgens aan:

  • Het bestemmingsplan
  • De gemeentelijke bouwverordening
  • De welstandeisen
  • Het Bouwbesluit 2012

Hierna wordt op de genoemde punten ingegaan. De bouwverordening wordt niet besproken aangezien in de meeste gemeente hier niet of nauwelijks meer eisen in staan. Zijn deze eisen er nog wel, dan komen die overeen met de eisen genoemd onder ruimtelijk kader.

Regelgeving: het ruimtelijk kader

Een bouwplan moet passen in z’n omgeving. De eisen die aan de vorm en afmetingen van een gebouw worden gesteld zijn vastgelegd in het ruimtelijk kader (verder: het bestemmingsplan). Het bestemmingsplan bevat bijvoorbeeld voorschriften die aangeven wat de maximale hoogte is, wat de goothoogte is en wat de plaatsing van het gebouw op een perceel mag zijn. Daarnaast bepaalt het bestemmingsplan ook welke delen van een gebouw en van een perceel waarvoor gebruikt mogen worden. Het bestemmingsplan wordt door de gemeenteraad vastgesteld en kent geen landelijke eisen. Iedere gemeente bepaalt zijn eigen regels.

Een extra aandachtspunt is de parkeernorm in bestemmingsplannen. Maakt u meer werkplekken dan kan het zijn dat u meer parkeerplaatsen moet aanleggen. Ook dit is beschreven in het ruimtelijk kader.

Als u een extra verdieping op uw gebouw wilt plaatsen dan moet dus wel passen in het bestemmingsplan. U kunt dit nagaan bij uw gemeente of u kunt via Ruimtelijkeplannen.nl de eisen die op uw locatie gelden opzoeken. Passen uw plannen niet, dan heeft u behalve een vergunning voor het bouwen ook een vergunning voor strijdig planologisch gebruik nodig. Afhankelijk van uw bouwplannen kan dit een reguliere of uitgebreide procedure betreffen. Hou in het laatste geval rekening met het feit dat dit zeker een half jaar duurt. Neem dus tijdig contact op met de gemeente om de mogelijkheden te bespreken.

Regelgeving: welstand

Een bouwplan moet voldoen aan welstandseisen. Gemeenten die welstandeisen willen opleggen moeten deze eisen zo concreet mogelijk hebben vastgelegd in een welstandsnota. In de welstandsnota is vastgelegd wat de dakvorm van uw pand moet zijn, welke kleuren en materialen toegepast mogen worden en hoe uw pand er verder qua uiterlijk moet uitzien. Gaat u dus verbouwen zoek dan eerst de welstandseisen op en neem deze mee in het ontwerp.

Regelgeving: het Bouwbesluit 2012

Het Bouwbesluit 2012 kent specifieke regels voor verbouw. Onder verbouw wordt verstaan het geheel of gedeeltelijk vernieuwen, veranderen of vergroten van een bouwwerk. Het toevoegen van een verdieping is te zien als het vergroten van uw bestaande bouwwerk. En dus zijn de verbouwvoorschriften van toepassing.
Uitgangspunt van de verbouwvoorschriften is dat uw gebouw niet slechter mag worden door de verbouwing. Dit wordt het rechtens verkregen niveau genoemd. Zo mogen brandscheidingen die worden gewijzigd niet slechter worden dan ze voor die wijziging waren. Dus vervangt u dubbel glas dan moet tenminste dezelfde kwaliteit glas terugplaatsen. De ondergrens is te allen tijde het niveau bestaande bouw. Daarnaast gelden er voor een aantal zaken specifieke eisen:

  • Als minimum bij brandwerendheid geldt dat als de WBDBO minder is dan 30 minuten, bij verbouw de waarde moet worden verhoogd tot minimaal 30 minuten.
  • Bouwt u op of aan een woning of woongebouw dan moet de dakkapel of dakopbouw voldoen aan de nieuwbouweisen met betrekking tot warmte-isolatie (de Rc-waarde).
  • Bouwt u op of aan een ander gebouw dan moet qua isolatie worden voldaan aan het rechtens vekregen niveau. Ligt dat niveau lager dan 1,3 W/m2K dan moet u voor de aanbouw of opbouw uitgaan van die waarde als minimum.

Zie het infoblad verbouw en functiewijziging voor een nadere toelichting op de verbouwvoorschriften.

Aandachtspunten: brandveiligheid

Bij de vergroting van een bestaand gebouw moet u in de meeste gevallen ook de bestaande brandmeld- en ontruimingsalarminstallaties mee vergroten / uitbreiden. Op grond van het Bouwbesluit 2012 moet een verandering van een installatie minimaal voldoen aan het rechtens verkregen niveau. In dit geval betekent dat dus dat de uitbreiding minimaal dezelfde kwaliteit moet hebben als de bestaande installatie. U kunt als het ware voor de uitbreiding uitgaan van de NEN-normen die zijn genoemd in het oorspronkelijke programma van eisen. Beter mag natuurlijk altijd en indien u de gehele installatie vervangt met deze natuurlijk wel aan de nieuwbouweisen voldoen.
Bij de keuze de installatie uit te breiden of te vervangen is het van belang om na te gaan in hoeverre de aangepaste installatie nog te certificeren is. Het is dan ook zinvol om vroegtijdig met een inspectie-instelling hierover te overleggen. Na aanpassing of vervangen van een installatie moet u in ieder altijd een nieuwe melding brandveilig gebruik doen.

Samenvatting aandachtspunten

Voor het bouwen van een dakopbouw of een extra verdieping heeft u een omgevingsvergunning voor het bouwen nodig. De vergunning wordt getoetst aan het bestemmingsplan, aan welstand en aan het Bouwbesluit. Heeft u een vergunning dan kunt u de verbouwing starten. Houdt u daarbij rekening met het bestaande gebouw en de gevolgen van de verbouwing op dat gebouw.

Kennisproducten

Bekijk ook

Gerelateerde rubriek

Gerelateerde thema's

Gerelateerde vragen

Zoek in vragen