Aan welke brandveiligheidseisen moeten vluchtroutes in studentenwoningen voldoen?

Relevante aspecten

Vormt de woning voor kamergewijze verhuur in zijn geheel één subcompartiment? Dan gelden dezelfde eisen als voor een 'normale' woning: in alle woongebouwen geldt dat bewoners tenminste één uitgang binnen 30 meter (gecorrigeerde loopafstand) moeten kunnen bereiken. Is de loopafstand tot de voordeur groter, dan moet u zorgen voor een tweede uitgang, bijvoorbeeld een noodtrappenhuis. De vluchtroutes binnen de woning en de wooneenheden hebben in dit geval geen beschermde status. Als studentenhuizen e.d. groter zijn dan 500 m2, worden ze vaak in subbrandcompartimenten ingedeeld. Is dit het geval, dan kunt u vanaf de uitgang van zo'n subbrandcompartiment dezelfde regels hanteren als bij andere woongebouwen.

Welke aanvullende brandveiligheidseisen gelden er?

U moet rookmelders aanbrengen (volgens norm NEN 2555) als de woning een afzonderlijk beschermd subbrandcompartiment is en er dus tussen elke wooneenheid en andere ruimte een WBDBO-eis van tenminste 30 minuten geldt. Daarnaast moet u rookmelders aanbrengen in elke ruimte die vluchtende mensen passeren vanaf de uitgang van de woonfunctie. Let op: dit geldt ook voor bestaande gebouwen! De toegangsdeuren van een wooneenheid mogen met een sleutel afsluitbaar zijn, maar verder moet elke gezamenlijke deur waardoor een vluchtroute loopt van binnenuit altijd met een deurkruk of een drukplaat kunnen worden geopend. Tenslotte moet tenminste één blustoestel hangen op elke bouwlaag in de gezamenlijke vluchtroute en - als die er is - ook in de gezamenlijk keuken.

Kennisproducten

Bekijk ook

Gerelateerde rubriek

Gerelateerde thema's

Gerelateerde vragen

Zoek in vragen