Aan welke brandveiligheidseisen moeten vluchtroutes in hotels/logies voldoen?

Relevante aspecten

Een vluchtroute begint in een voor personen bestemde ruimte (meestal de kantoorvloer) en eindigt op het aansluitende terrein vanwaar u de openbare weg kunt bereiken, zonder dat u gebruik hoeft te maken van een lift. Daarbij moet u elke deur op de vluchtroute kunnen openen over de minimaal vereiste breedte, en zonder sleutel. We spreken over 'onafhankelijke vluchtroutes' als er twee vluchtroutes zijn vanuit een subbrandcompartiment, die voeren door afzonderlijke ruimten. Daarbij geldt er een branddoorslag- en brandoverslageis van ten minste 30 minuten tussen de afzonderlijke ruimten. Bovendien mogen deze routes nergens samenkomen of elkaar kruisen.

Regels voor twee vluchtroutes

Kan er in uw hotel of logiesgebouw vanuit de kamers (die worden aangemerkt als zowel subbrandcompartiment als beschermd subbrandcompartiment) via twee uitgangen worden gevlucht via twee onafhankelijke vluchtroutes, dan krijgen deze geen beschermde status. Let op: overbrugt de vluchtroute via het trappenhuis een hoogte van meer dan 8 meter? Dan moet u deze uitvoeren als extra beschermde vluchtroute! Komen de vluchtende gasten op de begane grond toch weer samen? Dan moet u ervoor zorgen dat die begane grond uit ten minste twee brandcompartimenten bestaat.

Regels voor twee vluchtroutes via één aangrenzende ruimte

Kunnen de hotel- of logiesgasten vanuit hun kamer via een gang of vergelijkbare aangrenzende ruimte in twee richtingen vluchten? Dan moeten deze routes uitgevoerd zijn als beschermde of als extra beschermd vluchtroute (als via het trappenhuis een hoogte van meer dan 8 meter moet worden overbrugd), met loopstanden van maximaal 30 meter. Kunnen de gasten in beide richtingen geen onafhankelijke vluchtroute bereiken? Dan gelden de regels voor slechts één vluchtroute. Let op: de vluchtroute mag niet leiden door een verblijfsruimte waar zitjes e.d. staan, tenzij het een verblijfsgebied is voor bewaking (bv. de receptie) of tenzij er door de verblijfsruimte een tweede onafhankelijke vluchtroute voert.

Regels voor één vluchtroute

Beschikt uw hotel of logiesgebouw over één vluchtroute en is het aantal personen dat op die route is aangewezen maximaal 150? Dan is dit een extra beschermde vluchtroute. Moeten er meer dan 150 personen van de route gebruikmaken? Of moet er een hoogteverschil van meer dan 12,5 meter worden overbrugd? Dan moet u de route uitvoeren als veiligheidsvluchtroute. Daarbij mag de loopafstand die de gasten moeten afleggen door de verkeersruimte en het trappenhuis maximaal 20 meter zijn. Is er een tweede vluchtroute beschikbaar? Dan volstaat een extra beschermde vluchtroute.

Regels voor bestaande hotels en logiesgebouwen

In bestaande hotels en logiesgebouwen mag de gecorrigeerde loopafstand tussen elk punt in een kamer of ander gebruiksgebied en de uitgang maximaal 75 meter zijn (30 in geval van nieuwbouw). Is er één vluchtroute in uw bestaande pand en zijn daarop max. 60 personen aangewezen? Dan ziet het Bouwbesluit dit als beschermde route (let op: deze route mag niet door het subbrandcompartiment voeren waar deze begint). Zijn op de vluchtroute tussen de 60 en 225 personen aangewezen? Dan moet u zorgen voor een extra beschermde vluchtroute. Zijn er meer dan 225 personen op de vluchtroute aangewezen? Dan moet u zorgen voor een veiligheidsroute. Moet er via het trappenhuis een hoogte van meer dan 12,5 meter worden overbrugd (8 meter bij nieuwbouw), dan moet de vluchtroute voldoen aan de eisen voor een extra beschermde vluchtroute. De branddoorslag- en brandoverslageis tussen twee onafhankelijke vluchtroutes is meer dan 20 minuten (i.p.v. de meer dan 30 minuten die bij nieuwbouw geldt). Zie voor meer eisen voor bestaande bouw de brochure Het Bouwbesluit Vluchten bij brand van het ministerie van BZK.

Kennisproducten

Bekijk ook

Gerelateerde rubriek

Gerelateerde thema's

Gerelateerde vragen

Zoek in vragen