Welke deuren mogen bij gebruik op slot zitten en mogen alle deuren worden voorzien van (automatische) toegangscontrole?

Bij brand moeten alle personen veilig en snel kunnen vluchten. Toch moet een gebouw ook goed te beveiligen zijn en moeten sommige deuren op slot kunnen. Ook komt het voor dat ruimtes alleen toegankelijk mogen zijn voor bepaalde mensen. Wat zijn de regels hiervoor en wat is wel en niet mogelijk?

Regelgeving

Het Bouwbesluit stelt dat bij brand alle personen eenvoudig en zonder sleutels, pasjes, toegangscodes, etc. moeten kunnen vluchten. Deuren die bij het vluchten relevant zijn - deuren in gangen, trappenhuizen en deuren naar buiten - mogen alleen voorzien zijn van sloten of toegangscontrole indien deze bij een brandmelding automatisch vrij worden gegeven. Ook bij het wegvallen van de netspanning moet een dergelijke deur automatisch worden vrijgegeven. Dergelijke deuren zijn vaak voorzien van een noodontgrendeling (groen kastje met een drukknop) om de deur in geval van een calamiteit direct te ontgrendelen. Een deur in een vluchtroute met een standaard cilinderslot is dus niet toegestaan.

Voor vluchtdeuren waarvan slechts een beperkt aantal mensen gebruik maken (gebouwen met lage bezetting) is het over het algemeen wel toegestaan om knopcilinders of grendels te gebruiken. Deze moeten dan wel op een logische en zichtbare plaats zitten. Een grendel mag dus bijvoorbeeld niet helemaal boven- of onderaan een deur zitten.

Voor schuifdeuren geldt dat dit geen nooddeuren mogen zijn. Een schuifdeur moet dus ook als reguliere deur te gebruiken zijn. Een schuifdeur die als reguliere toegang en als nooduitgang wordt gebruikt is dus toegestaan. Een schuifdeur mag echter niet alleen als nooduitgang worden gebruikt.

Voor schuifdeuren waar een vluchtroute door voert, gelden dezelfde regels als voor normale vluchtdeuren. De schuifdeuren moeten bij brand en spanningsuitval eenvoudig te openen zijn of open gaan door een noodstroomvoorziening.

Vergunning en handhaving

De eisen die bepalen dat vluchtroutes bij brand altijd te gebruiken moeten zijn, zijn vastgelegd in het Bouwbesluit. Bij inspecties van de brandweer wordt vaak streng naar dit onderdeel gekeken.

Risico's bij brand

Indien bij brand deuren in vluchtroutes niet gebruikt kunnen worden, kunnen al snel gevaarlijke situaties ontstaan. Vooral in gebouwen met veel personen, zoals theaters, bioscopen, clubs, kroegen en scholen, kan het wegvallen van een vluchtroute grote gevolgen hebben.

Samenvatting aandachtspunten

Deuren die in vluchtroutes liggen, moeten bij brand zonder sleutels, toegangspasjes, codes, etc. te openen zijn. Deze deuren mogen op slot zitten, mits deze bij brand of spanningsuitval ontgrendeld worden. Tevens moeten ze zijn voorzien van een groene noodknop, waarmee de deur bij een calamiteit direct te openen is. Voor vluchtdeuren is het ook toegestaan om knopcilinders of grendels te gebruiken. Deze moeten dan wel op een logische en zichtbare plaats zitten.

Kennisproducten

Bekijk ook

Gerelateerde rubriek

Gerelateerde thema's

Gerelateerde vragen

Zoek in vragen