Bestaan er eisen voor de brandveiligheid van meubilair en aankleding?

U wilt een gebouw, gebouwd conform de bouwvergunning afgegeven door de gemeente, inrichten met meubilair. Na oplevering is het vaak niet duidelijk met welke brandveiligheidseisen tijdens het gebruik rekening gehouden moet worden. Zo bestaan er specifieke eisen voor aankleding en inrichting.

Relevante aspecten

Het Bouwbesluit 2012 maakt onderscheid tussen:

  • constructieonderdelen (wanden, vloeren, plafonds e.d.)
  • aankleding (gordijnen, lamellen e.d.)
  • inventaris (meubilair)
  • inrichtingselementen (stands, podia e.d.)

Bij het merendeel van deze onderdelen stelt het Bouwbesluit eisen aan de eigenschappen van de materialen in geval van een brand.

Constructieonderdelen
Voor constructieonderdelen gelden er eisen met betrekking tot de brandvoortplanting. De status van de ruimte bepaalt welke eis hiervoor geldt; bij een hoog veiligheidsniveau van een vluchtroute (bijvoorbeeld een trappenhuis) mogen de afwerkingsmaterialen in die ruimte weinig tot geen bijdrage leveren aan een brand.

Aankleding
Aankleding mag volgens het Bouwbesluit 2012 geen brandgevaar opleveren. Hiervoor heeft het Bouwbesluit 2012 een aantal criteria gegeven. Het brandgevaar is niet aanwezig indien de aankleding:

  1. een ondergeschikte bijdrage aan het brandgevaar levert
  2. onbrandbaar is
  3. voldoet aan brandklasse A1
  4. voldoet aan de eisen voor constructieonderdelen, of
  5. een navlamduur van ten hoogste 15 seconden en een nagloeiduur van ten hoogste 60 seconden heeft

Het antwoord op de vraag wanneer aankleding een ondergeschikte bijdrage aan het brandgevaar levert, is sterk afhankelijk van de omstandigheden. Over het algemeen geldt dat een eventuele brand zich niet als een lopend vuurtje door de ruimte kan verspreiden. Een kerststukje op een tafel is bijvoorbeeld geen probleem. Dit is wel een probleem als de brand in een kerststukje gemakkelijk kan overslaan naar nabijgelegen, makkelijk brandbare, aankleding (bijvoorbeeld een plastic tafelkleed).

Voor ruimten waar meer dan 50 personen aanwezig zijn, gelden er strengere eisen dan hierboven genoemd. Aankleding in dergelijke ruimten wordt als brandveilig beschouwd wanneer wordt voldaan aan één van de vier hiervoor genoemde criteria.

Voor woningen zijn bovengenoemde eisen niet van toepassing.

Inventaris
Ondanks dat meubels als stoelen, banken of zitkussens waarin (brandbare) schuimvullingen zijn toegepast, bij kunnen dragen aan een brand, zijn er vooralsnog geen eisen gesteld aan dergelijke inventaris. Wel gelden er eisen voor stands, kramen en podia. Hierbij is het doel dat een beginnende brand niet snel uitbreidt.

Vergunning en handhaving

Gemeente en brandweer kunnen controleren of handhaven en nadere voorwaarden opleggen aan het gebruik, indien zij kunnen onderbouwen dat dit nodig is in het kader van brandveiligheid. Dit kunnen ze doen binnen 4 weken na indiening gebruiksmelding, maar ook later.

Risico's bij regulier gebruik

De gebouwbeheerder, maar ook het eventueel aanwezige BHV-personeel, zal een verhoogd risico op brandgevaar in grote lijnen moeten kunnen inschatten. De aanwezigheid van een groot aantal aankledingen/stands/kraampjes in een ruimte zal aanleiding moeten zijn voor een beoordeling van de brandveiligheid.

Nadere toelichting

Dat er vanuit de Nederlandse regelgeving geen eisen worden gesteld aan de eigenschappen van brand bij inrichtingselementen, wil niet zeggen dat het risico voldoende laag is. In tegendeel, banken of matrassen zijn bijvoorbeeld vaak voorzien van een kunststof schuimvulling. Juist deze materialen dragen in hoge mate bij aan een brand. Het gevolg hiervan is dat een beginnende brand in een ruimte hierdoor snel kan ontwikkelen, met alle gevolgen van dien. In tegenstelling tot Nederland stelt Engeland bijvoorbeeld wel eisen aan meubilair. Voor de beoordeling van het brandgedrag wordt conform verschillende BS (British Standard) normen bekleed meubilair met verschillende ontstekingsbronnen getest, variërend van een lucifer tot een stapeling houten latjes (klasse indeling crib 0 t/m 7). Hoe hoger de crib-klasse des te groter de ontstekingsbron. Er zijn materialen die van zichzelf al vlamvertragende eigenschappen bezitten, bijvoorbeeld wol of compact samengesteld textiel. Voor de brandbare materialen zijn er impregneermiddelen op de markt die een gunstige invloed op de brandveiligheid van een materiaal. Deze middelen zijn vaak in combinatie met verschillende materialen volgens de BS-methode getest.

Risico's bij brand

Als aan de eisen uit het Bouwbesluit wordt voldaan, dan nog is het de vraag of de situatie brandveilig is. Aan meubilair worden namelijk geen eisen gesteld, terwijl de vulling/bekleding van meubels vaak makkelijk ontvlambaar is. Het is daarom aan de verantwoordelijke van het gebouw de keus of een dergelijk risico acceptabel is.

Aandachtspunten: hoe houd je de risico's acceptabel?

Het risico zal beperkt blijven wanneer materialen een ondergeschikte bijdrage kunnen leveren aan een brand. Het is namelijk een verschil of in een ruimte een matras aanwezig is (bijvoorbeeld in een hotelkamer) of meerdere, zoals in een slaapzaal. Hierin zijn de omgeving waar het materiaal zich bevindt, de hoeveelheid van dit materiaal en de onderlinge afstand van belang voor de grootte van het risico. Er bestaat tevens de mogelijkheid om inrichtingselementen te impregneren ten gunste van de onbrandbaarheid.

Samenvatting aandachtspunten

Vanuit het Bouwbesluit worden er duidelijke criteria aan aankleding gegeven. Voor de inventaris is dat niet het geval (met uitzondering van stands, kramen en podia). Dit neemt niet weg dat een gebouweigenaar vrij is in het bepalen van een acceptabel risico. Met name de toepassing van kunststof schuimvullingen vormt een risico bij de ontwikkeling van brand. Hiervoor zijn diverse brandvertragende impregneermiddelen op de markt.

Kennisproducten

Bekijk ook

Gerelateerde rubriek

Gerelateerde thema's

Gerelateerde vragen

Zoek in vragen